Strijd, een thema wat mij zeer bekend is en waar ik gedurende mij leven al vaak mee geconfronteerd ben. De laatste dagen vliegen er behoorlijk wat inzichten rondom dit thema binnen. De aanleiding is dat er aan de ene kant mensen zijn die mij aanmoedigen te gaan strijden tegen de kanker en dat er tegelijk mensen zijn die benoemen en denken te zien dat ik aan het strijden ben.
Al jong werd het strijdlustige deel beoordeeld door mijn omgeving. De een zag het als een pittige en lastige kant van mij, de volgende vind het juist een mooie sterke kant, weer een ander voelt zich er door geĆÆntimideerd en zo kan ik nog wel even doorgaan. Afhankelijk van wat het met die ander doet, komt hier een reactie of een beweging op.
Nu heb ik eerder al aangegeven dat ik niet in strijd ben tegen de kanker in mijn lijf en dat dit ook niet mijn plan van aanpak is. Dit tot grote ontzetting bij een aantal mensen die mij niet begrijpend aankeken en mij oprecht vroegen, zo niet sommeerde dat ik dat wel moest doen, al is het maar voor mijn kinderenā¦.
Ik denk dat wanneer je voor een ander het gevecht aan gaat tegen de kanker wat in jezelf zit, het een hele zware rit is of wordt. Allereerst moet je zelf willen leven en niet voor iemand willen leven, ook niet voor je kinderen. Zij zijn via mij en hun vader gekomen en we hebben de eer om hen zo goed en zo kwaad mogelijk te begeleiden naar volwassenheid. Vanwaar zij kunnen uitvliegen over de wereld en zich vrij mogen voelen zonder enige verplichting jegens ons. Dit betekent echter niet dat ik geen getuige
wil zijn van hun groter en ouder worden! Zij zijn alleen niet de zin van mijn leven.
Wel ben ik mijn hele proces al menig keer uitgedaagd om de strijd aan te gaan. De keuze om dit daadwerkelijk te doen ligt echter steeds bij mij. Al gaat mijn automatische piloot geregeld āaanā zodra ik tegenover de gevestigde wetenschappelijke egotrippers sta en zij mij denken te kunnen vertellen wat ik moet doen. Gezag is een rode knop bij mij en waar meer dan in het ziekenhuis wordt je hiermee geconfronteerd?
Het resultaat hiervan is dat ik inmiddels 4 ziekenhuizen heb bezocht en in het UMC te Utrecht ben blijven plakken. Hier hebben ze geen oordeel over mijn eigen plan van aanpak, ze vinden het spannend maar zijn nieuwsgierig wat ik allemaal doe, hoe ik mij hierbij voel en bovenal willen ze samenwerken met mij en de andere begeleiders van mijn team.
Zodra ik in een ziekenhuis was wat niet mee kon gaan in mijn plan van aanpak draaide ik mij om, bedankte ze vriendelijk en ging de strijd niet aan. Wel staat in al deze gesprekken en heel krachtige en daadkrachtige Kelly die haar āmannetjeā staat. Ik begrijp nu dat van buiten het lijkt dat ik de strijd aan ga terwijl het voor mij juist het stellen en bewaken van mijn grenzen is.
Menig dokter is namelijk gewoon ronduit on respectvol want zij weten het allemaal het beste omdat zij lang hebben geleerd en dus moet ik luisteren naar hen. En ja dan heb ik mijn zegje wel klaar om hier kortte metten mee te maken en ja dan zie ik er strijdbaar en daadkrachtig uit.
Toch is mijn overtuiging dat ik deze lichamelijke uitdaging met easyness ga doorleven en zodra ik weerstand voel of iemand wil in strijd met mij, zeg ik stop en keer ik mij weg van deze persoon of situatie. Ik heb hier geen energie voor over. Ik dien mijn energie en kracht te gebruiken om de discipline en doorzetting op te brengen om in mijn dagelijkse routine een heel arsenaal aan dingen te doen die mijn lijf dienen.
Zaken waarvan ik heb uitgezocht en vooral aan de lijve heb ondervonden dat ze helpend en helend zijn. Dat mijn lijf steeds sterker wordt en ik mij goed en vitaal voel is het antwoord wat mijn lijf mij geeft en wat mij aanmoedigt door te gaan met wat ik doe. Daarnaast ook vooral blijf testen en vragen of dit nog steeds het beste is wat ik kan doen. Dit vergt heel veel afstemming en focus. Ik dien heel goed op mijn energie niveau te letten en dus moeten er veel keuzes gemaakt worden in een wereld vol prikkels, verwachtingen en verplichtingen.
Dit maakt dat ik steeds dichter bij mijn eigen kern kom en mij steeds minder ādrukā maak om wat anderen van mij denken of vinden. Ik herken oprechte mensen met liefdevolle intenties beter en zeg steeds vaker ja tegen mezelf en nee tegen de ander. Ben dankbaar voor heel veel kleine dingen gedurende de dag, week en maanden wat mij een door de band genomen, gelukkig mens maakt.
Vandaag herinnerde ik een ansichtkaart welke ik in mijn jeugd eens kreeg. Hier op stond wat mijn naam betekent: Komend uit de oorlog of strijd. En voor degene die āzienā dat ik strijd;
Lieve mensen ik zal mijn naam eren en inderdaad uit deze āoorlogā komen op geheel eigen wijze, met in elk geval een hoop gemak, vertrouwen, geduld, kracht, doorzetting, dankbaarheid en liefde voor mezelf en mijn leven.
